Blog: ‘Een stoornis krijg je nooit weg, maar we kunnen beperkingen wel kleiner maken'

Per toeval rolde ze in het Logopedie-vak, maar sinds haar eerste werkervaring met mensen met een beperking weet Carla van Oostendorp het zeker: dit is het. Dankzij haar 28 jaar ervaring met Logopedie voor mensen met een handicap, zag zij de ontwikkelingen. Wat brengt zij voor toekomst aan haar leerlingen bij de Tyltylschool in Rotterdam en hoe ziet die toekomst er voor het vakgebied uit?

KMD

Eigenlijk was ze van huis uit sporter en was de opleiding tot gymdocent een logische keuze. Maar het bleek niet te zijn wat ze dacht. ‘Een beroepskeuzetest gaf aan dat ik in de zorg moest gaan werken… Oké, maar wat dan?’ Er was nog ruimte bij de opleiding Logopedie. ‘Ik heb toen een bezemdag Logopedie gevolgd. Onder andere door de raakvlakken met mijn sportachtergrond bleek dit echt mijn vak te zijn.’

De Tyltylschool waar Carla werkt is een school voor kinderen met één of meer lichamelijke beperkingen. In een multidisciplinair team wordt samengewerkt om alle leerlingen te ondersteunen. De eerste drie maanden worden de kinderen geobserveerd door Carla. ‘We maken kennis, bouwen een band en letten op de handelingen. Hoe is de motoriek? De houding? Hoe eet en drinkt het kind? Hoe is de rompbalans?’ Maar ook veel communicatie, kan het kind al spreken? Maakt hij onderscheidende geluiden? Hoe is de articulatie?’ Vanuit daar wordt gekeken wat het kind nodig heeft. ‘Je pakt iets dat zo essentieel is aan: de basisbehoeften eten en communicatie. En dan zie je mooie ontwikkelingen bij de leerlingen.’

Hoe ontwikkelt het vakgebied? Dat heeft volgens Carla twee kanten, aan de ene kant ziet de school steeds meer kinderen en vaker ook kinderen met bijzondere complexe handicaps binnenkomen en aan de andere kant ontwikkelt ook de ondersteunende communicatie zich steeds verder.

Wanneer de woorden wel in het hoofd zitten, maar er niet uit komen

Spraakcomputers zijn bij een Tyltylschool enorm van belang. Door de observatie weten we of een kind ondersteunende communicatie nodig heeft. Met spraakcomputers kunnen we het gat van communicatie dichten, want de woorden zitten er wel in, maar komen er niet altijd uit.’

Ondersteunende communicatie steeds beter

Carla is enorm betrokken bij ondersteunde communicatie en werkt veel samen met KMD, KMD ontwikkelt en produceert hulpmiddelen ter ondersteuning van communicatie. ‘Ook die samenwerking wordt steeds belangrijker, we leveren samen het beste voor de kinderen.’

Vroeger waren spraakcomputers massieve ongevallen, waar steeds een kaart moest worden vervangen en het heel lang duurde voordat een zin gevormd werd. Tegenwoordig gaat het allemaal via tablets. ‘Waardoor het zoveel makkelijker is om woorden toe te voegen en voor de kinderen om ze te vinden.’ Om de leerlingen te leren wat deze woorden voor effect hebben, volgt Carla alles op wat haar gevraagd wordt. ‘Zo leren wij ze om hun wens kenbaar te maken. Als ik acht keer gevraagd wordt een broodje te halen, dan doe ik dat ook acht keer, haha!.’

En niet alleen qua spraak helpt het. ‘We hebben een jongetje met een computertje hij mag van ons af en toe filmpjes kijken daarop. Dat vinden de andere kinderen ook heel interessant. Zo heeft hij heel veel vriendjes gemaakt door samen filmpjes te kijken met zijn computer!’

Kinderen helpen, daarvoor wilde ze sportjuf worden, en nu doet ze dat als Logopedist. ‘het is een prachtig vak. We moeten wel onszelf blijven ontwikkelen. We gaan steeds meer leren over alternatieve communicatie, zo zien we door de bomen het bos weer.’

 

Meer weten over spraakcomputers? NVLF is partner van KMD, zij bieden oplossingen voor verschillende spraak- en functiebeperkingen. Om dit zo goed mogelijk te doen werken zij samen met logopedisten zoals Carla.

Deze blog maakt onderdeel uit van de partnerovereenkomst tussen KMD en de NVLF.