Blog: ‘Het is handig om hulpvragen vanuit verschillende disciplines op te pakken’

Ivanka Beerepoot en Maudy Maas werken bij Esdégé-Reigersdaal. Ze maken allebei deel uit van het Team Eet- & Drinkproblemen. Ivanka is diëtist, Maudy is logopedist. Veel van hun cliënten hebben dysfagie – slikproblemen.

Ivanka en Maudy 250x175

Ivanka en Maudy hebben met veel verschillende cliënten te maken. De doelgroep van Esdégé-Reigersdaal is divers. Esdégé-Reigersdaal biedt ondersteuning aan mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel. Op verschillende locaties in de kop van Noord-Holland heeft Esdégé-Reigersdaal orthopedagogische dagcentra, woonvoorzieningen en dagbestedingscentra. Daardoor werken Ivanka en Maudy zowel met kinderen en jongvolwassenen als met ouderen.

Werken jullie veel samen?
Maudy: ‘Op het gebied van voeding werken we veel samen. Het team Team- Eet & Drinkproblemen is een multidisciplinair team, waar wij allebei deel van uitmaken. Daar komen de hulpvragen binnen.’ Dit team is vijftien jaar geleden al gestart, door Ivanka en een logopedist. Het bestaat behalve uit een diëtist en een logopedist ook uit een arts en een ergotherapeut. Als het nodig is schuiven andere disciplines aan, zoals een gedragsdeskundige, een fysiotherapeut of een mondhygiënist. ‘Het is handig om hulpvragen gelijktijdig en vanuit verschillende disciplines op te pakken’, zegt Ivanka.

Hebben jullie veel cliënten met slikproblemen?
‘Ja’, zegt Maudy. ‘De oorzaak kan verschillend zijn. Soms wordt het slikprobleem veroorzaakt door een syndroom of door een spierziekte, vaak in combinatie met ouderdom. Door onze doelgroep werken wij vooral op het gebied van compenseren en niet aan volledig herstel.’ De logopedist kijkt waar het probleem zich bevindt. Zijn er alleen problemen rondom het kauwen, naar de mond toe brengen of juist tijdens het slikken? De logopedist kijkt ook welke consistentie in voeding goed zou zijn. Vervolgens kijkt de diëtist of de cliënt genoeg voedingsstoffen binnen krijgt. Maudy: ‘Als er een slikstoornis is, is de kans groot dat er minder voeding binnen komt. Maar als iemand ondervoed is, is de kans op een slikstoornis groter, omdat iemand daardoor bijvoorbeeld minder kracht heeft. Het werkt naar twee kanten.’

Bepalen jullie de voedingsbehoefte in overleg?
‘Dat is vooral het werk van de diëtist’, zegt Maudy. Ivanka: ‘We berekenen de voedingsbehoefte met formules. Je kijkt naar leeftijd, gewicht, lengte, activiteitenpatroon. Ook meten we de lichaamssamenstelling.’ Ze legt uit: ‘Als iemand erg afvalt, maar de spiermassa neemt niet af, dan weet je dat je met de eiwitten goed zit. Maar als de spiermassa afneemt, ga je met eiwitten omhoog. Dan overleggen Maudy en ik: hoe kun je de voedingsbehoefte invullen? Kan iemand dit regulier, of zijn er aanpassingen in de consistentie nodig?’

Gebruiken jullie het hele assortiment van Fresubin?
Ivanka en Maudy adviseren bij dysfagie regelmatig 2 kcal-crème (IDDSI 4), yo-crème (IDDSI 4) en Fresubin Thickend Stage 1 (IDDSI 2) en Stage 2 (IDDSI 3). ‘Bij Stage 1 en 2 weten we in welk level van de IDDSI (International Dysphagia Diet Standardisation Initiative) het valt. Dat is handig’, vindt Maudy. ‘Als iemand verdikte drank nodig heeft, weet je bij Thickend Stage 1 en 2 met zekerheid dat deze drank altijd deze dikte heeft. Verdikken is dan niet afhankelijk van het verdikkingsmiddel dat gegeven wordt en de manier waarop het gemaakt wordt door begeleiding. Stage 1 en 2 wordt kant-en-klaar geleverd.’ Vooraf onderzoekt de logopedist welk level van de IDDSI passend is. Maudy noemt de standaardisatie een grote verbetering. ‘Vroeger zei men: verdikken tot magere yoghurtdikte. Dan is het onduidelijk wat de dikte exact is. Nu is er een standaard. Gelukkig spelen leveranciers van dieetproducten daarop in.’

Hebben jullie voorkeur voor bepaalde producten?
‘Het hangt van de cliënt af’, zegt Ivanka. ‘Thickenend Stage 1 en Stage 2 zijn drinkbaar. Dat heeft de voorkeur voor cliënten die mogen drinken. Yo-crème en 2 kcal-crème worden vaak geadviseerd voor cliënten die een voorkeur hebben voor toetjes en een dunnere consistentie niet kunnen gebruiken.’

Is de smaak belangrijk?
Ivanka: ‘Voor sommige cliënten is smaak heel belangrijk. Maar we weten het niet altijd, want niet iedereen kan dat zelf verbaal aangeven.’ Maudy zegt: ‘In samenwerking met Fresenius proeven we weleens. Het is belangrijk dat we zelf weten hoe het smaakt. Dan weet je ook hoe het mondgevoel is en de consistentie.’
Aan cliënten geven ze soms tips om te variëren, zodat het aantrekkelijker wordt om de voeding te blijven gebruiken. Ivanka: ‘Bijvoorbeeld de drinkvoeding gebruiken met Brinta, of er iets anders van maken, zoals een smoothie. Of er wat koffie doorheen mengen.’

Gebruiken ze ook gegelificeerd water?
‘Dat kan handig zijn met het innemen van medicatie’, zegt Ivanka. Ze vertelt dat er vaak appelmoes, vla of yoghurt wordt gebruikt om medicatie te slikken. Melkproducten matchen niet altijd met medicatie, dus soms wordt gegelificeerd water gebruikt.’ Maudy: ‘Een voordeel van gegelificeerd water is dat je precies weet wat het verdikkingslevel is. Maar veel cliënten hebben een PEG-sonde, dus hoeft er geen extra water oraal toegediend te worden.’

Is het belangrijk om het level van verdikken exact te weten?
‘Zeker’, zeggen ze allebei. Ivanka vertelt dat ze de meetmethode van de IDDSI toegepast hebben bij natuurlijk producten en verdikte producten. Hierdoor hebben ze een duidelijk overzicht van de levels van verschillende producten. Nu werken ze aan implementatie in hun organisatie. ‘We willen echt met levels gaan werken en met de kleuren die erbij horen in plaats van met vage benamingen die niet te meten zijn, zoals yoghurt of nectar. Dit draagt bij aan de veiligheid van de cliënt. Bovendien wordt de overdracht veel makkelijker als een cliënt bijvoorbeeld in het ziekenhuis terecht komt of daar vandaan komt. Het zou fijn zijn als werken met levels landelijk wordt opgepakt.’