Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Sinds 1 juli 2013 zijn professionals verplicht de meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring.

De NVLF heeft gesprekken gevoerd met medewerkers van de betrokken ministeries, medewerkers die nauw betrokken zijn bij het ontwerp van het wetsvoorstel en de implementatie in de praktijk. Alle informatie heeft geleid tot deze meldcode, die voornamelijk bedoeld is voor de logopedisten werkzaam in de vrije vestiging. Er wordt vanuit gegaan dat logopedisten werkzaam in een instelling, zoals een ziekenhuis en/of het onderwijs, de codes van hun instelling volgen. Indien deze organisatie niet beschikt over een meldcode staat het de logopedist vrij om het stappenplan, zoals gepresenteerd in deze meldcode te volgen.

Afwegingskader
Vanaf 1 januari 2019 is het verplicht om een afwegingskader toegespitst op de eigen beroepspraktijk op te nemen in deze meldcode. Het afwegingskader beschrijft wanneer, en op basis van welke overwegingen, het melden van vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling als een beroepsnorm en daarmee als noodzakelijk wordt beschouwd. Daarnaast formuleert het afwegingskader wanneer hulpverlening (ook) tot de mogelijkheden behoort. Het doel van de verbeterde meldcode is: slachtoffers beter en eerder in beeld hebben, sneller kunnen helpen en de veiligheid beter kunnen monitoren over langere tijd. Samen met paramedische beroepsorganisaties en Veilig Thuis heeft de NVLF een aanvulling gemaakt op de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, het Algemeen Paramedisch Afwegingskader.

Bekijk het Algemeen Paramedisch Afwegingskader. Let op: het afwegingskader van de NVLF verschilt in stap 2. In tegenstelling tot het Algemeen Paramedisch Afwegingskader stelt de NVLF het niet verplicht om in stap 2 met Veilig Thuis te overleggen.

Afwegingskader Verbeterde Meldcode

Meldrecht of meldplicht
Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) hebben zorgaanbieders, dus ook paramedici, een meldrecht. Dit meldrecht houdt in dat het doorbreken van het beroepsgeheim onder bepaalde omstandigheden wettelijk is toegestaan. Op grond van art. 5.2.6 Wmo mogen beroepsbeoefenaren met een beroepsgeheim zonder toestemming gegevens verstrekken aan Veilig Thuis, als dat noodzakelijk is om huiselijk geweld of kindermishandeling te stoppen of een redelijk vermoeden daarvan te laten onderzoeken. Bij de invoering van het meldrecht voor de zorgaanbieder is overwogen dat het belang van het kind in gevallen van, of een redelijk vermoeden van kindermishandeling, voor gaat op het beroepsgeheim. De zorgaanbieder moet dus een afweging maken of hij van het meldrecht gebruik maakt.

Ook is het paramedici - op grond van artikel 1:240 BW - toegestaan het beroepsgeheim te doorbreken wanneer het noodzakelijk is inlichtingen aan de Raad voor de Kinderbescherming te verstrekken. Paramedici hebben dus geen meldplicht, maar wel een meldrecht.

Meer weten over Meldrecht >>

Toolkit meldcode
Het ministerie van VWS heeft voor de implementatie van de verbeterde meldcode een toolkit gemaakt. Hieronder lichten we een paar tools uit:

Inspectie gezondheidszorg en Jeugd
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ziet het afwegingskader als een verplicht onderdeel van de meldcode. Het is een wettelijk voorschrift. De inhoud van het afwegingskader is volgens de Inspectie een professionele richtlijn. Iedere paramedicus moet aan de verbeterde meldcode voldoen en voert het afwegingskader uit of wijkt hiervan beargumenteerd af en legt dat vast. De Inspectie hanteert verschillende vormen van toezicht.

Bijlage 1: inspectie gezondheidszorg

Veilig Thuis
Paramedici werken samen met Veilig Thuis aan het verminderen van situaties van actuele en/of structurele onveiligheid. Hiervoor werken paramedici met een afwegingskader als onderdeel van de verbeterde meldcode. Hoe pakt Veilig Thuis een melding op? Dit is te lezen in enerzijds het Handelingsprotocol en anderzijds het Triage instrument van Veilig Thuis. Veilig Thuis kent ons afwegingskader en wanneer paramedici op de hoogte zijn van het Triage instrument, dan wordt de kans vergroot dat wij elkaars taal spreken, weten wat de werkwijzen over en weer zijn en hoe de besluitvorming aan beide kanten is. Zo pakken wij gezamenlijk situaties van huiselijk geweld en kindermishandeling aan.

Bijlage 2: Handelingsprotocol Veilig Thuis 2019

Bijlage 3: Triage instrument Veilig Thuis

Meer informatie 
Video: Verbeterde meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

- Vraag en antwoord over de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling