Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

De Wet BIG stelt eisen aan de kwaliteit van de zorgverleners. Deze wet hanteert als uitgangspunt dat het iedereen vrij staat handelingen te verrichten op het gebied van de individuele gezondheidszorg. Maar dit laat onverlet dat zorgverleners wel degelijk zelf verantwoordelijk zijn voor de wijze waarop de zorg wordt verleend. Hierover moet de zorgverlener ook verantwoording afleggen. Verder regelt de Wet BIG de titelbescherming van een aantal beroepsbeoefenaren.

Waarborg
Het stelsel van de titelbescherming geeft de patiënt/consument de waarborg dat alleen beroepsbeoefenaren die deskundig worden geacht op een bepaald terrein van de gezondheidszorg een wettelijk erkende titel mogen voeren. Hiertoe worden voor alle in de of bij de wet geregelde beroepen de opleidingseisen en het deskundigheidsgebied vastgesteld. Door het voeren van de titel is het voor iedereen duidelijk dat de beroepsbeoefenaar deskundig is op een bepaald terrein. 

Geen verplichte BIG-registratie
De Wet BIG onderscheidt ‘artikel 3-beroepen’ en ‘artikel 34-beroepen’. Onder artikel 34-beroepen vallen onder andere diëtisten, ergotherapeuten en de logopedisten. In tegenstelling tot de artikel 3-beroepen geldt er voor deze beroepsbeoefenaren geen verplichting tot registratie in het BIG-register en zijn ze ook niet onderworpen aan het wettelijk tuchtrecht. 

Titelbescherming
Voor logopedie geldt dat de minister op grond van 'artikel 34 Wet BIG bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)' kan besluiten dat de opleiding tot een bepaald beroep kan worden aangewezen en het deskundigheidsgebied van deze beroepsbeoefenaren kan worden vastgelegd. Dit ter bevordering van een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg. Alleen degene die voldoen aan de door de wet gestelde opleidingseisen, dus hun diploma aan een erkende opleiding logopedie behaald hebben, mogen zich logopedist noemen. De opleidingstitel van het specialisme is wettelijk beschermd.