Begrippenlijst

Deze online begrippenlijst is een opsomming van begrippen die voorkomen in bijvoorbeeld richtlijnen, logopedische standaarden en het beroepsprofiel. De lijst is op alfabetische volgorde. 

  • A - E

    A

    Administratieve gegevens
    Administratieve gegevens zijn gegevens die worden vastgelegd ten behoeve van het machtiging- en declaratieverkeer. Deze gegevens zijn vaak al beschikbaar in het gebruikte systeem – bijvoorbeeld naam en adres van huisarts staan in een adresbestand – maar deze gegevens moeten wel te koppelen zijn aan de cliënt.

    B

    Basisgegevens
    Basisgegevens zijn de gegevens die nodig zijn om de doelen van verslaglegging te realiseren en die moeten worden vastgelegd ten behoeve van machtiging- en declaratieverkeer en in het kader van wet- en regelgeving. Onderscheid wordt gemaakt tussen basis administratieve gegevens en basis inhoudelijke gegevens.

    Behandeling
    Bij behandeling gaat het om een bepaalde, afgebakende periode waarin het probleem van de cliënt aan de logopedist is voorgelegd en de cliënt voor dit probleem door de logopedist is behandeld. De behandeling is dus het totaal aan logopedische zorg, zowel in verrichtingen als in tijd.

    Behandelepisode
    De behandelepisode is een bepaalde, afgebakende periode waarin de cliënt door de logopedist wordt behandeld voor een probleem.

    Behandelperiode
    De behandelperiode is de periode die wordt gedekt door een behandelplan en bedraagt maximaal zes maanden. Bij behandelingen die zes maanden of korter duren vallen de behandelepisode en de behandelperiode samen.

    C

    Classificatie
    Een classificatie is een begrippenstelsel waarin begrippen op grond van indelingscriteria steeds verder worden onderverdeeld in klassen en subklassen.

  • F - J

    G

    Gezondheidstoestand
    De eventueel aanwezige ziekte / aandoening, het functioneren en de factoren die op het functioneren van invloed zijn.

    H

    Heteroanamnese
    Een heteroanamnese is een anamnese, die de zorgverlener afneemt bij iemand anders dan de cliënt, zoals ouder(s) of verzorger(s), een partner of een wettelijke vertegenwoordiger, bijvoorbeeld wanneer de cliënt zichzelf niet kan verwoorden.

    Hulpmiddel
    Een hulpmiddel is een product dat de logopedist in de behandeling, of de cliënt thuis gebruikt om tot een optimaal behandelresultaat te komen en dat resultaat te consolideren.

    I

    Inhoudelijke gegevens
    Inhoudelijke gegevens zijn gegevens die inhoudelijk van belang zijn voor het logopedisch zorgverleningstraject en op dat traject betrekking hebben.

    J

    Journaalgegevens
    Gegevens die de logopedist noteert in het cliëntendossier en die een weergave zijn van elk contact met de cliënt (met name stap 6 van methodische handelen).

     

  • K - O

    L

    Leefstijl
    Leefstijl is het gedrag, dat de gezondheid van iemand beïnvloedt. Dit zijn de BRAVO-factoren: bewegingsgewoonten, roken, alcoholgebruik, voedingsgewoonten en ontspanning. Hieronder vallen ook het gebruik van genotmiddelen (alcohol, roken, drugs) en gebruik medicatie/zelfzorgmiddelen.

    Logopedische diagnose
    De logopedische diagnose is een beroeps specifiek oordeel van de logopedist over het gezondheidsprofiel van de cliënt, als basis voor het - in samenspraak met de cliënt (of betrokkene(n)) - op te stellen behandelplan (NVLF, 2013).

    M

    Mogelijk relevante gegevens
    Mogelijk relevante gegevens zijn alle gegevens die niet tot de basisgegevens behoren maar die wel relevant zijn voor het bereiken van de hoofddoelen van verslaglegging – geheugensteun en communicatie – en die voldoen aan de twee criteria van: essentieel zijn in het kader van beslismomenten die voortvloeien uit het logopedisch methodisch handelen en noodzakelijk zijn in het kader van communicatie met verwijzers, cliënten, andere zorg-/hulpverleners en zorgverzekeraars.

    Multiprofessioneel behandeldoel
    Een multiprofessioneel behandeldoel is het doel of de doelen van de behandeling van alle zorg-/hulpverleners tezamen.

    Multiprofessionele afspraken
    Multiprofessionele afspraken zijn de afspraken die de logopedist met andere professionals uit de zorg over het behandelproces maakt.

    N

    NVLF-richtlijn
    Een ‘richtlijn’ is een document met aanbevelingen, adviezen en handelingsinstructies ter ondersteuning van de besluitvorming van professionals in de zorg en patiënten, berustend op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek met daarop gebaseerde discussie en aansluitende meningsvorming, gericht op het expliciteren van doeltreffend en doelmatig medisch handelen (de Beer, 2014).

  • P - T

    P

    Primaire proces
    Het primaire proces is de directe zorg aan de individuele cliënt.

    S

    Screening
    Screening is een proces dat de logopedist leidt tot de beslissing of verder logopedisch onderzoek geïndiceerd is. Bij DTL-screening wordt door middel van gerichte vragen binnen een beperkte tijd vastgesteld of er al dan niet sprake is van een binnen het competentiegebied van de individuele logopedist vallend patroon van tekens en/of symptomen. (Doornik & Koolhaas, 2010)

    Sessie
    Eén enkele zitting binnen een behandelperiode.

  • U - Z

    V

    Verslaglegging
    Onder verslaglegging wordt verstaan het vastleggen van het besprokene, c.q. het gebeurde. Het gaat hier om het systematisch vastleggen van zorginhoudelijke gegevens en bevindingen met betrekking tot de logopedische hulpverlening.

    Verrichting
    Een verrichting is een handeling. Zo zijn medische verrichtingen: handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg in de zin van de Wet BIG. Logopedische verrichtingen zijn dus handelingen van de logopedist in het kader van de beroepsuitoefening. Er zijn zowel direct cliëntgebonden verrichtingen, zoals diagnostische verrichtingen en therapeutische verrichtingen, als indirect cliëntgebonden verrichtingen zoals overleg me een verwijzer of andere hulpverlener.

    Verwijsdiagnose
    De verwijsdiagnose ofwel de diagnostische gegevens van de verwijzer zijn die gegevens, die de verwijzer van belang acht voor de professie waar naar hij verwijst. De diagnose van de arts (medische diagnose) bevat de ziekte of aandoening van de cliënt, indien van toepassing de operatie of andere medische verrichting.

    Eventueel vult de arts deze gegevens aan met de klacht of het symptoom (verwijsdiagnose). In sommige gevallen zal de diagnose alleen maar bestaan uit een klacht of een symptoom. Hierom, én omdat het gegeven ‘verwijsdiagnose’ breder is dan ‘medische diagnose’, wordt ‘verwijsdiagnose’ gehanteerd.

    Voorbehouden handeling
    Voorbehouden handelingen zijn handelingen die zoveel deskundigheid vragen, dat de uitvoering ervan door leken te veel risico’s met zich meebrengt voor de cliënt (Janssen, 2014). Voorbehouden handelingen, opgesomd in artikel 36 van de Wet BIG zijn: heelkundige handelingen; verloskundige handelingen; endoscopieën; katheterisaties; injecties; puncties; narcose; het gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling; electieve cardioversie; defibrillatie; elektroconvulsieve therapie; steenvergruizing; kunstmatige fertilisatie en het voorschrijven van UR-geneesmiddelen.